Inspiratiecyclus STEM
Doel:
Het hoofddoel van de Inspiratiecyclus is dat (waar mogelijk) bewoners[1] en hun naasten/wettelijk vertegenwoordigers zich uitgenodigd weten te spreken over het levenseinde van de bewoner. En dat de inhoud van die gesprekken kan leiden tot het afsluiten van het leven op een manier die past bij die bewoner en/of hun naasten/wettelijk vertegenwoordigers.
[1] Waar bewoner staat kan ook cliënt, patiënt, gast, inwoner etc. gelezen worden
Inhoud:
Om bovenstaand doel te realiseren is het nodig om het onderwerp laatste levensfase / sterven onder zorgverleners – waar nog nodig – verder te normaliseren. Het is daarbij bijna noodzakelijk de eigen kijk en ervaringen op de laatste levensfase van zorgverleners zelf (individueel én in teamverband), in alle vrijheid nader te onderzoeken. De houding ten opzichte van leven en sterven heeft een behoorlijke invloed op hoe zorgverleners over dat onderwerp met de cliënt/naasten en ook met elkaar, wel en niet in contact zijn.
De Inspiratiecyclus levert heel concrete handvatten om de gespreksvoering over dit onderwerp goed afgestemd te krijgen op de manier die past bij de het sociale systeem van de ander. We weten dat elk stervensproces uniek is, en gelijktijdig zijn er natuurlijk wel overeenkomsten in de manier waarop het contact over dit onderwerp zou kunnen verlopen.
In de training maken we het zo concreet mogelijk. We zullen:
- …onderzoeken ‘wat de ongeschreven regels zijn’ op de woning/afdeling/instelling
- …onderzoeken wat er al goed en wat er minder goed gaat
- …met de werkvloer een plan maken dat passend is bij bewoners, medewerkers en organisatie
- …beginzinnen oefenen (ook met een acteur)
- …het hebben over hoe je de verkregen informatie vastlegt in het zorgdossier,
- …het spreken over hoe je toch nog wegen kan vinden als het contact heel moeizaam blijkt te gaan
- …veel met elkaar lachen en misschien ook wel een keer een traantje wegpinken
- …ook na afloop van de training nog contact houden om de voortgang te bewaken
Doelgroep:
De Inspiratiecyclus is een beproefd concept waar we de nodige ervaring mee hebben in de VG.
Eigenaar:
Stichting STEM
Website:
Tips:
- Wees je er van bewust dat de training elke cursist vraagt om zelf na te denken over de dood en hoe je daar in staat. Ook wordt dit besproken binnen de groep deelnemers. Zorg er daarom voor dat mensen elkaar goed genoeg kennen en zich veilig voelen om dit met elkaar te delen.
- Overweeg om de eerste bijeenkomst via Teams te doen, dat kan veiliger voelen en meer ruimte geven om vrijer met elkaar te spreken.
- Het wordt aanbevolen alle teams met STEM kennis te laten maken. Het is ook een persoonlijke training doordat je jezelf bewust wordt hoe je over palliatieve zorg denkt en voelt. Als veel zorgverleners er kennis mee maken is het makkelijker om ervaringen uit te wisselen en STEM ‘levend’ te houdend.
- Doe de training ook als team, met alle ‘lagen’ van de zorgverlening samen. Palliatieve zorg gaat iedere zorgverlener aan.
- Houd de groep zo klein mogelijk.
- Zorg voor een heldere communicatie over de STEM trainingen binnen de organisatie, bijvoorbeeld vanuit het management of leidinggevenden. Waarom wordt de training aangeboden, waarom is deze belangrijk om te volgen?
- Om teams of individuele zorgverleners te enthousiasmeren om aan de cursus deel te nemen, kan de introductie/uitnodiging van de cursus minder ‘palliatief’ geframed worden maar bijvoorbeeld breder: hoe wil je cliënten, verwanten, en als team de zorg in de jaren die nog komen gaan vormgeven? De term palliatief kan afschrikken of al snel weggewuifd worden omdat een team of zorgverlener weinig met overlijdens in aanraking komt. Door dit breder neer te zetten wordt duidelijk dat palliatief niet meteen terminaal betekent maar dat dit een traject is wat nog jaren kan duren.
- Bespreek de training voor met de trainer. Bespreek de doelgroep van de organisatie, jullie verwachtingen en denk na over passende voorbeelden die gebruikt kunnen worden in de training zodat het direct toepasbaar wordt voor zorgverleners in de praktijk.
- Probeer STEM in te bedden in het primair proces; dat het bijvoorbeeld een vast onderdeel wordt van intakes, gesprekken met patiënten/naasten en van het MDO. Laat het ook regelmatig terugkomen in teamvergaderingen.
- Om de opgedane kennis uit de STEM training goed te kunnen borgen is het slim om onderdelen uit STEM regelmatig op de werkagenda te agenderen of een jaarlijkse opfris dag in te plannen. Denk bijvoorbeeld aan het inzetten van aandachtsvelders palliatieve zorg om dit op zich te nemen.
- Leg bijbehorende materialen op de groep, zodat het makkelijk weer eens te raadplegen is.
- Voor de borging wordt het aangeraden om STEM op te nemen in het documentatie- en kwaliteitssysteem en in de inwerkprogramma’s voor nieuwe medewerkers en leerlingen.
Ervaringen:
- “En dat we heel diep op dingen ingingen maar ook hoe sta je zelf ten opzichte van de dood, want je moet even weten van wat doet het met jezelf voordat je voor een cliënt goed kunt zorgen. Dat was de basis. En daar kwam dus ook naar voren dat sommige het heel eng vonden en anderen niet. Ik vond het, omdat ik zelf toen ook in een bepaalde fase zat, heel ontroerend ook. Heel jonge mensen die na hadden gedacht over wat ze zelf wilden. Ja het was gewoon, ik vond dat gewoon een hele mooie basis om dieper erop in te gaan voor de cliënten daarna.”
- “Wij hebben laatst een familieberaad gehad waarin we een soort presentatie hebben gehouden waarin we vervolgens met elkaar in gesprek gingen met familieleden die zich daarvoor hadden aangemeld. En doordat wij er als team al mee bezig waren geweest vond ik het persoonlijk ook minder zwaar en minder spannend om dat gesprek aan te gaan. En vond ik het heel interessant om te zien dat familieleden er toch ook wel een beetje klaar voor waren, en ook echt met ons meedachten en, het was echt een interactie. Ik vond het heel erg mooi. En dat zou voor mij dus nu de drempel alweer wat lager maken om er een volgende keer over te beginnen.”
- “Omdat het nu belangrijk is dat we allemaal weten wat iemand wil, zijn we wel meer vast gaan leggen [in het zorgdossier].”
- “…voor mezelf ben ik er wel meer over na gaan denken en ik vond ook het stukje met die kaartjes dat vond ik wel erg leuk om voor mezelf te bedenken van, wat vind ik nou belangrijk en wat vinden anderen belangrijk.”
- · “Ik voelde me daardoor [ stilstaan bij reactie op eigen dood en wensen] geprikkeld om ook na te denken over hoe het dan dus voor de cliënt zou zijn. Dus niet dat ik zelf op dat moment al heel vaak had stilgestaan bij mijn eigen dood en mijn wensen. … Was voor mij juist een eyeopener van nou, er zijn zoveel facetten waar je zelf al over na moet denken, laat staan bij een cliënt. … En dat je daar dus goed aan zo doen om daar vroegtijdig mee te beginnen. Maar ik vond dit wel een oké begin om zelf en met je team na te denken over juist, ja voor de cliënt. Dat het ons als team ook wel wat hechter maakte. En het gevoel kregen dat we het samen deden.”
- “…verschillende stijlen waarop een mens kan reageren op dit onderwerp, en daarin denk ik dat het wel heel fijn was om die verschillende types te bespreken en hoe je dan met zo iemand het gesprek kan aangaan. Stel inderdaad een cliënt komt in de palliatieve fase, dan is het wel fijn dat dan een beetje op basis van deze stijlen het gesprek te kunnen voorbereiden.”
- “…dat het ook vertrouwen geeft om zo’n gesprek goed aan te gaan.”
- “Je leert elkaars issues kennen. Daardoor kun je elkaar beter opvangen.”